zondag 30 november 2008

Fruit art Magritte

Ik wilde dat schilderij van die te grote appel in die te kleine kamer van René Magritte eens opzoeken onder ‘fruit art magritte’. Je krijgt dan een hoop dingen te zien, die twee pagina’s lang nog enigszins verband houden met de naam Magritte, maar dat verband vervaagt steeds meer, steeds verder, totdat je op pagina 25 van je zoektocht uiteindelijk deze voorstelling vindt.

vrijdag 28 november 2008

Groene pompoen

Inez Merhottein - Voorburg

Magritte

We houden allemaal van René Magritte, want er kwam zoveel leuks uit zijn handen. Dit bijvoorbeeld. Of dit. Ik heb ook mensen meegemaakt (hun namen blijven ongenoemd) die aan dat soort schilderijen hun kont afveegden. De mensen, kortom, die wel van Karel Appel hielden, maar niet van kunst.
Ik denk dat die mensen weer tot de kunst kunnen worden gebracht door Levi van Veluw.

woensdag 26 november 2008

Levi van Veluw

Er zijn kunstenaars van wie je weet, hoe jong ze ook nog zijn, dat ze zullen uitgroeien tot onze ware helden. Een van hen is Levi van Veluw, een fotograaf die uitsluitend zelfportretten maakt.
Het gaat bij zijn zelfportretten niet zozeer om dat fotograferen, het gaat eerder om het proces dat eraan voorafging. Hoe hij zijn gezicht, zijn hoofd met grind bedekte, met tapijtstrippen bedekte, hoe hij zijn hoofd met ballpointstreepjes beschreef.
Ik zag vanavond pas een uitzending van Het Gesprek op de tv: een interview met Levi van Veluw. (Dat interview is ook te zien op zijn website.) Ik had nog nooit van hem gehoord. Zijn werk is schitterend.

Spinoza

Waar zal toch de rare gewoonte van komen om beelden niet te beschilderen? Dat was toch ook een normale Griekse gewoonte? Of het ook normaal was in het Romeinse Rijk weet ik eerlijk gezegd niet. Ik denk het wel.
Ik hoor dat de afgelopen week een nieuw beeld van Spinoza in Amsterdam is neergezet — het leek me een beeld waarvan het bronsgehalte voldoende is om de heren dieven, maar daar zal Job Cohen ongetwijfeld een oplossing voor gevonden hebben — maar ook dát beeld had al die lege, kleurloze ogen.
Schilders! Beweegt u zich ook eens op dit terrein!

dinsdag 25 november 2008

Vlaamse humor

De Vlaamse humor is onbetaalbaar . Om een frietkot De gezondheidsapotheek te noemen, is tot daar aan toe. Maar om die tekst ook boven je frietkot in neonletters te zetten — daar moet je een zekere grootheid voor hebben. Het is deze grootheid die ons Noordnederlanders naar België trekt (dank aan blog 2.0, helaas kon ik die frietkot niet vinden. Maar ik heb toch een foto gevonden).
Je kunt lachen met de Vlamingen. Met Kamagurka bijvoorbeeld.
Er bestaat daar een komiek, aan wie ook de nadenkende stand groot plezier beleeft: Wim Helsen. Hij is een prachtvent aan wie je al je zorgen zo overlaat.
Komende zaterdagavond is hij te zien met een one man show die getiteld is: Bij mij zijt ge veilig (Ned. 3, 23.35 uur).

Masjenka's violenhema

Masjenka noemde in haar commentaar op mijn stukje over de Stradivarius van André Rieu het woord violen Hema.
Ik vond het een mooi woord en toen ik het zag wist ik dat ik daarover iets wilde schrijven, niet zozeer over de Hema voor violen maar wel over de gewonere violen.

Nu schijn je via webwinkels (onbespeelbare) violen te kunnen kopen voor een bedrag vanaf ongeveer 50 euro.Wat je daarmee moet weet ik ook niet. Leuk voor aan de muur naast de andere kitsch die meegebracht is uit vakantieoorden. Daar wil ik het niet over hebben.

Er zijn wel veel violen die gebouwd worden door leerlingen van vioolbouwers. Ik heb me wel eens laten vertellen dat dit fabrieksviolen worden genoemd. Dat zijn ze natuurlijk niet. De ene leerling maakt het voorblad, de andere het achterblad, weer iemand anders de hals, de kam, de stapel of de krul.
Het spreekt voor zich dat de kwaliteit van die violen onvoorspelbaar is, er zullen best mooie violen tussen zitten maar ook mindere.

Ik ben zelf in het bezit van een viola da gamba die op die manier gebouwd is: een Bächle, ik heb hem gekocht van iemand die het instrument bespeelde tijdens haar studie op het conservatorium.
Ik heb een paar jaar les gehad maar mij ontbrak helaas de tijd om genoeg te studeren.

De viool die André (de) Rieu gebruikt is wel degelijk een echte Stradivarius. Zo'n viool is wel een paar miljoen waard. De (top)violisten die er één bespelen krijgen er vaak één in bruikleen van iemand die hem wel kan betalen.
Maar bij deze meneer is geld geen probleem al vind ik dat hij zolang hij af en toe een paar maten meestrijkt met zijn orkest hij dat ook wel kan doen op een ander instrument. Ik zou hem nou niet direct een topviolist willen noemen. Ik vind het gewoon jammer dat zo'n mooi instrument niet in handen is van een topviolist die er prachtige muziek op kan spelen. Iemand als Emmy Verhey bijvoorbeeld.
Misschien is het aardig om aan het eind van dit stukje nog even te vermelden dat Emmy Verhey niet meer op een Stradivarius speelt maar op een Guarneri.

The blind owl

Ik blijk een boek te bezitten van de Iraanse schrijver Sadegh Hedayat (1903-1951), van wie u hier een levensbeschrijving kunt vinden. Ik heb van de man slechts zijn openingszin van The blind owl gelezen (en min of meer onthouden):

In life there are certain sores that, like a canker, gnaw at the soul in solitude and diminish it.

Ik vraag me nu af of het geen cancer in plaats van canker geweest moest zijn. Het is vertaald door D.P. Costello in mijn uitgave van 1957. Het boek is van 1937. Hedayat was een liefhebber van schrijvers als Tsjechov, Poe en Kafka. Van de middelste van die drie zou ik het niet zeker weten, maar ik ben ook een liefhebber van alle werk van Tsjechov en van sommig werk van Kafka.
Eigenlijk zou ik de hele Blind Owl moeten lezen, want die openingszin is toch wel mooi.

maandag 24 november 2008

Schrijfbal, 1870

Uit de tijd dat machines nog mooi en onhandig werden gemaakt. Kijk ook hier eens, en klikt u even op de afbeelding.

Lay-out (3)

Ik was negen jaar toen die Elfstedentocht gehouden werd, en we hadden vrij gekregen van school om hem te kunnen bekijken. Later heb ik begrepen van mijn vader (die was loodgieter) dat er iets mis was met de verwarming op school, die dag.
Buiten was het min tien graden celsius, er lagen hopen sneeuw langs de weg, het stormde, het sneeuwde, het was kortom noodweer. Mijn vader deed zijn spullen op een slee — met zijn auto door het dorp rijden was te gevaarlijk — om zo de mensen van hun bevroren leidingen af te helpen.
Buiten lag de echte sneeuw (wit), op de zwartwittelevisie (kleurentelevisie bestond nog niet) zag je de lichtgrijze sneeuw, het iets donkerder ijs en de nog weer iets donkerder schaatsertjes. En zo zag ik uiteindelijk Reinier Paping winnend over de streep geraken.
Een grootse en meeslepende, maar geheel mislukte tv-uitzending van de NTS. Met die uitzending heeft mijn neiging te maken om de achtergronden op mijn blogs lichtgrijs te verven.
U ziet op deze prachtige sportfoto achtereenvolgens: Reinier Paping die de wedstrijd wint, een radio- of tv-reporter van enige omroep die ook maar de houten noren ondergebonden had, en een blijde man (dat hoop ik maar) met een bezem. Die bezems werden door heel Friesland gebruikt om de sloten en slootjes zo goed mogelijk sneeuwvrij te maken, zodat de schaatsers a) de weg zouden vinden, en b) niet teveel zouden vallen over ongeziene scheuren in het ijs. Het was beestachtig weer op 18 januari 1963.

zondag 23 november 2008

Lay-out (2)

Met het schaamrood op mijn kaken moet ik bekennen dat ik me niets kan herinneren van die winter van 1963, en dat terwijl ik zo'n goed geheugen heb.
Wat ik nog wel weet is dat Reinier Paping een elfstedentocht heeft gewonnen, maar ik weet niet of ik die elfstedentocht gezien heb.
Het zal wel niet want ik begrijp ook niet wat je bedoelt met de Reinier Paping lay-out.

zaterdag 22 november 2008

Lay-out

Want daar moet u zich niet in vergissen. Hoeveel daarmee fout kan gaan. Vroeger was het een kwestie van een wit papier. Dat vulde je in. Dat is anders geworden, met sjablonen enzovoorts.
Maar eigenlijk moet je toch blank beginnen.
Je moet niet zomaar beginnen, je moet eerst bedenken: wat wil ik. Welke kleuren? Welk lettertype? Welke ondergrond?
Je kunt natuurlijk zeggen: witte ondergrond, zwarte tekst. Dat is het duidelijkst. Zoals het vroeger ging op de typemachine. Maar ging het wel zo? Het was toch een donkergrijze tekst op wit papier?
Het is mijn opvatting dat een lichtgrijze ondergrond voor een zwarte tekst het best is. Dat zelfs die lichtgrijze ondergrond voor een wat donkergrijzer tekst beter is dan een witte ondergrond.
Je moet wel, met een lichtgrijze achtergrond, je kleuren wat aanpassen: zacht oranje bijvoorbeeld voor je koptekst in plaats van een helderder kleur, wat je dan weer dwingt die koptekst iets groter te maken. Enzovoorts.
De dilemma’s!

vrijdag 21 november 2008

Publiek

Op 10 december komen er twee boeken uit van het Verzameld Werk van Karel van het Reve, ik weet niet in wat voor oplage. Zeg 3000. Karel van het Reve is nog niet eens een schrijver die door het hele volk wordt gevreten, er zijn er die oplagen behalen van 100.000 en nog meer.
Noem eens een Nederlandstalig blog of een website die zulke aantallen lezers krijgt.
De Telegraaf, de Volkskrant, het NRC — ik volg het wereldnieuws via de Volkskrant-site — hebben papieren oplagen van honderdduizenden. Er is geen blog of website die die getallen haalt.
Een blog of website is geen massamedium. Alice en ik zouden, bij wijze van spreken, een totaal van 50 regelmatige lezers kunnen halen, maar dat willen we eigenlijk niet, want daarvoor moet je je best doen op promotioneel en marketing-technisch gebied. En dat willen wij niet.
Wij willen natuurlijk wel, lieve menigte, dat u onze stukken glimlachend leest, en wij zullen u ook danken voor uw welwillende belangstelling. Maar wat lees ik daar nu? Tabaksrook bevat benzeen, nitrosaminen, formaldehyde en waterstofcyanide.
Brr, niet?

Staan langs de bulderbaan

Het is altijd weer spannend om te zien hoe zo'n gevaarte als een Boeing 747 de lucht ingaat en daar ook blijft.
Ik heb een mooi plekje langs de bulderbaan gevonden en je kunt mij daar regelmatig vinden in het weekend, met mijn camera, verrekijker en mijn opschrijfboekje.
-Waar het opschrijfboekje voor is?
Dat is om te noteren van welke luchtvaartmaatschappij het vliegtuig is, wat het registratienummer is en wat het type vliegtuig is.
Daarbij noteer ik dan ook de datum en de tijd dat ik het vliegtuig heb zien opstijgen.
De foto maak ik dan als bewijs dat ik hem inderdaad gezien heb en ik let dan altijd goed op dat het registatienummer zichtbaar is op de foto.
Maar je kunt hier op Schiphol natuurlijk niet alle maatschappijen en alle vliegtuigtypes zien. Daarvoor moet je naar het buitenland. Ik ben al op heel wat luchthavens in het buitenland geweest.
Dat is geen probleem omdat ik bij een luchtvaartmaatschappij werk en dus goedkoop kan vliegen.
-Wat ik met al die gegevens doe?
Ik zet de gegevens van alle vliegtuigen die ik gespot heb in een database (logboek, zeg maar) op mijn PC met de foto's erbij en alle andere details die van belang zijn.
Je moet het zien als een soort verzamelen, bij spotters onderling sta je zeer hoog in aanzien als je een zeer uitgebreid logboek hebt.
Nee, financieel levert het niets op. Het is wel altijd een genoegen om een medespotter die ook een heel dik logboek heeft de ogen uit te steken met een nieuwe vangst.

donderdag 20 november 2008

Carla van de Puttelaar

Ik heb lang gedacht en verdedigd tegenover verschillenden dat fotografie niet tot de kunsten behoorde. Maar ik ben op dat idee teruggekomen, onder meer door de foto’s van Carla van de Puttelaar, waarvan hierboven een exemplaar staat uit 2001.
Kijk ook even hier en hier.