donderdag 4 december 2008

Sinterklaas kent ieder kind

Op onze kleuterschool, die waarschijnlijk de H. Mariaschool heette en maar twee verdiepingen telde, verscheen ooit Sinterklaas met een paar Pieten, op het dak! Daar moesten wij naar kijken. Er werden wel noten rondgestrooid, maar daar had ik geen oog voor.
Een half uur later kwam de Sint afgedaald naar een klaslokaal. Ik weet nog dat de bedrieger zei: ‘Kinderen!’ en ik weet ook nog dat ik dacht: daar is iets mis. Een man die met zo’n stem spreekt, dat kan niet kloppen.
Het was de bedoeling dat je een voor een op zijn billen ging zitten. Ik heb dat altijd al een onaangename methode gevonden. Het waren ook nog eens vette billen. Nog erger dus.
Ik weet niet meer welk gesprek de Sint en ik toen gevoerd hebben, maar ik stel me zoiets voor:
‘Zo Ben. En wat heb jij fout gedaan, het afgelopen jaar?’
‘Niets, heilige sint.’
‘Niets, zeg je.’
‘Inderdaad.’
Het woord ‘inderdaad’ was een woord dat ik al snel had opgepikt.
‘Geen leugentjes, Ben?’
‘Nee.’
‘Dan ben je toch geen goeie jongen, jong!’
Het katholicisme vréét aan je.

Geen opmerkingen: